2. Terug in de tijd gezet

Het lijkt wel of ik in een tijdmachine ben gezet en vijftig jaar terug in de tijd ben gegaan. Ik denk dat het leven in Masasi goed vergeleken kan worden met Staphorst vijftig, zestig jaar geleden. Zoals mijn beppe en besse toen leefden, is nog steeds de werkelijkheid voor de mensen hier.

 

Geen elektriciteit, gas of stromend water, geen machines om het land te bewerken, gewassen verbouwen voor eigen gebruik en geen subsidies. De karren die werden gebruikt om de melkbussen naar de ‘diek’ te brengen, worden hier door de waterjongens gebruikt. Zij bezorgen tegen betaling water aan huis. Ook bij mij.

Het verschil met vroeger is dat nieuwe ontwikkelingen wel zichtbaar zijn, zoals mobiele telefoon, internet en satellietschotels. Alleen beschikbaar voor de rijke(re) mensen. Een van de eerste dingen die ik hier kocht, was een mobiele telefoon. Ik dacht dat ik er van af zou zijn, maar ik kan hier niet meer zonder. Het is dé manier om te communiceren; het sturen van sms-jes. Er zijn bijna geen vaste telefoonlijnen, want die fase wordt overgeslagen. Men gaat meteen over op mobiel. Ik zie het dagelijks, want de mast van de telecom provider Buzz is het uitzicht vanuit mijn huis.

De advertentieoorlog tussen Coca Cola en Pepsi die ik in veel Afrikaanse landen heb gezien tijdens mijn reizen is hier overgenomen door mobiele aanbieders als Celtel en Vodacom, het nieuwe westerse ideaal. Overal kleine hokjes met reclame waar prepaid kaarten gekocht kunnen worden. Er is een levendige handel in tweedehands telefoons. Ze komen uit Europa en worden hier opnieuw verkocht, al dan niet voorzien van een nieuw jasje.

Niet alleen afgedankte telefoons komen in Afrika terecht, ook kleding die in Nederland in de zak van Max beland, wordt hier opnieuw gekocht en verkocht op de markt. Ik heb al bedacht dat wanneer ik nieuwe kleding nodig heb, op de markt mijn kleding opnieuw kan kopen die ik voor mijn vertrek in de zak heb gestopt. Dat zou toch fantastisch zijn.