1. Geen kleerhangers in Masasi

Het is alweer ruim zeven weken geleden dat ik uit Nederland ben vertrokken. In die tijd heb ik veel nieuwe ervaringen opgedaan. De weken stonden vooral in het teken van inburgeren in Tanzania, leren van de gewoonten, wennen aan de warmte en niet te vergeten het leren van de taal, Swahili.

 

De laatste weken ben ik bezig geweest met het bewoonbaar maken van mijn huis in Masasi, zodat ik me zo snel mogelijk thuis zal voelen. En dat doe ik al. Inmiddels heb ik ook al bijna twee werkweken achter de rug. En het is inderdaad heel wat anders: geen toerist zijn, maar een medeburger.
Ik wil jullie de komende twee jaar dan ook graag via De Staphorster op de hoogte houden van mijn woon- en werkervaringen in Masasi. Hoe is het om als 'rijke' westerling te leven in een ontwikkelingsland.

Tanzania behoort tot één van de armste landen in de wereld (ranking 160 van 174 op de Human Development Index). 50% van de bevolking valt in de categorie ‘arm’. Er is een duidelijk verschil tussen het noorden en het zuiden van Tanzania. Het zuiden, waar Masasi ook ligt, is veel armer.
Masasi is zelfs een van de armste provincies in Tanzania. Er wonen ongeveer 450.000 mensen op een oppervlakte van circa 9.000 km2. Het belangrijkste gewas dat wordt verbouwd is cashew. Bijna alles (90%) wordt onverwerkt geëxporteerd, terwijl juist het geld met de verwerking valt te verdienen.

In de provincie Masasi zijn 214 dorpen. Ik woon in Masasi-stad. Denk dan niet aan een Nederlands stadje, maar aan een heel klein dorpje met een dorpspleintje, wat kleine winkeltjes, een dagelijkse markt, scholen en een busstation. En ook niet onbelangrijk, er is elektriciteit, want de meeste dorpen hebben geen elektriciteit.

Het is ook duidelijk te zien dat het een arm gebied is. Er zijn maar weinig ‘echte’ huizen van baksteen of beton en op de markt is het aanbod van groente en fruit beperkt. ‘Luxe’-artikelen zijn niet of nauwelijks te koop. Voor ons westerlingen zijn het gewone dagelijkse artikelen. Een voorbeeld.

Ik heb eindelijk mijn koffer echt kunnen uitpakken en ik wil graag mijn kleding ophangen, maar kleerhangers kan ik nergens kopen. Hiervoor zal ik waarschijnlijk naar Mtwara moeten of anders naar Dar es Salaam. Mensen in Masasi hebben geen kasten vol met kleding. Gelukkig zijn er een paar spijkers in mijn slaapkamerdeur geslagen. Ik heb er maar een paar bijgespijkerd .

Ik ben ook begonnen met werken bij Mangonet. Mangonet is een netwerkorganisatie met inmiddels 21 leden (stichtingen). Het is in 2001 opgericht met als doel het behartigen van de belangen van haar leden naar de overheid, instanties en ontwikkelingsorganisaties. Maar ook het ondersteunen van de leden bij de administratie, verkrijgen van geld voor projecten en bij het uitvoeren van activiteiten om de armoede en kwaliteit van leven van de mensen in Masasi te verbeteren. Mangonet is in 2004 gestart met een internetcafé en het geven van computertrainingen.

Mijn collega Cris, afkomstig van de Filipijnen, werkt al ruim twee jaar voor Mangonet. Hij gaat mij de komende maanden inwerken, zodat ik het stokje van hem kan overnemen. Dat is goed, want dan hoef ik het wiel niet opnieuw uit te vinden. De komende maanden wil ik alle leden gaan bezoeken om kennis te maken, zien wat ze doen, en kijken wat ik voor hun kan betekenen. Alleen nu nog Swahili leren spreken en verstaan.